Vader Bernard,

De laatste homilie die je hebt gehouden bij ons in de abdij was op de zondag van ons vertrekt op bedevaart. We hoorden toen het evangelie van de tien melaatsen die door de Heer genezen werden, en slechts één ervan keerde terug om Hem te danken.

Je legde in je homilie de nadruk op de dankbaarheid en je paste het ook toe op de bedevaart. “Veel mensen gaan op bedevaart met allerlei vragen en intenties”, zei je, “en ze krijgen soms niet wat ze verlangen. Maar de Heer geeft misschien een innerlijke genade, een groei in geloof en liefde, of iets anders. Wees dus altijd dankbaar, ook voor de kleine dingen die de Heer je geeft.”

Met deze boodschap zijn we op onze tocht naar Maria vertrokken en het is in deze geest dat we ook afscheid nemen van jou, vader Bernard. We zijn de Heer en zijn Moeder Maria zo dankbaar voor de gave van jouw leven, voor wie je voor ons bent geweest.

Je werd geboren op 29 september, het feest van de heilige Aartsengelen. Je zag dit altijd als de voorzienigheid, want zij hebben je levensweg uitgestippeld: de H. Gabriël om de blijde boodschap te verkondigen, de H. Michaël om te strijden tegen het kwaad, de heilige Rafaël om mensen te genezen.

Je wist al heel vroeg dat je priester wou worden. Je ouders en je familie waren fier op je, “maar… doe het voor de gewone, de kleine en eenvoudige mens!”, was de raad van je vader.

Muziek (van de lansknechttrom tot het banjo-orkest), toneel (op het college en in het seminarie), jeugdbeweging, de eucharistie elke dag, op zondag naar de vespers en het lof, je toewijding aan Maria als jonge student: dit waren de vaste ingrediënten van je jonge leven.

Op 14 juli 1964 werd je priester gewijd in de pas gewijde St.-Janskerk te Menen. Je taak als priester – leraar in het college van Poperinge en het St.-Lodewijkscollege in Brugge heb je trouw ter harte genomen. Je was heel graag gezien bij de leerlingen, want je zag vooral het goede in hen, en je hielp hen hun talenten te ontwikkelen.

In 1975 werd het tijd voor parochiewerk. Een nieuw experiment kwam tot leven: samen met priester Johan Goemaere vormden jullie een equipe om de parochie St.-Andries te leiden. De vele buurtgroepen die jullie oprichtten vormden de basis van een parochie die leefde als een hechte gemeenschap van geloof, gebed en naastenliefde. Je was onvermoeibaar! Je was vriend van iedereen, rijk of arm, jong of oud, geleerd of ongeletterd, groot of klein: voor ieder die aan de deur kwam bellen had je aandacht, een luisterend oor, een bemoedigend woord, een goede raad. Je was een goede herder.

In 1985 kwam een grote verandering. Onverwacht – zonder het zelf te plannen en niet zonder twijfel – ging je mee op een bedevaart naar “Medjugorje” in Joegoslavië. Een avontuur dat jouw geloofsleven als priester helemaal heeft vernieuwd en verdiept. Maria heeft je gegrepen en ze zei “Jij hebt je als jonge student aan mij toegewijd. Jij bent dat al die jaren – ook als priester – vergeten. Maar uw Moeder is dat niet vergeten!” Zij heeft je weer op het juiste spoor gezet om Jezus en Zijn Kerk trouw te dienen. Dààr heb je ook het grote kruis zien schitteren in een hemels licht; een teken dat pas later duidelijk werd

Maar Maria vroeg je nog méér… een religieuze gemeenschap, aan Haar toegewijd, in Vlaanderen, van gebed en offer, contemplatie en evangelisatie, binnen in de Kerk. “Moeder van Vrede”.

Precies 30 jaar lang heb je de gemeenschap geleid, geïnspireerd, geanimeerd en voorgegaan; als priester, als herder, als VADER. Met ernst, met humor, met een diep geloof en vertrouwen in Gods Voorzienigheid, met een groot hart voor O.-L.-Vrouw. Je hebt de Gemeenschap – hoe klein ze ook is – uitgebouwd als een teken van hoop, een lichtbaken in deze verwarde en duistere wereld.

Het was je groot verlangen om in dit jaar nog eenmaal naar Medjugorje te gaan, de plaats waar alles begon, de plaats ook waar de hemel de aarde raakt. Dankzij de steun van onze vele vrienden zijn we samen vertrokken op weg, op pelgrimstocht naar Maria. En Zij heeft je daar opgewacht! Eén volle dag ben je in Medjugorje geweest. Het werd een dag van gebed, toewijding, eucharistie, samen eten en elkaar ontmoeten. De volgende dag, op 13 oktober, de herdenking van het zonnewonder in Fatima 1917, ’s morgens vroeg ben je vertrokken op je definitieve bedevaart naar de hemel, het “woud van de Liefde”. Maria is jou komen halen. Dat is onze troost.

De laatste jaren leed je steeds meer onder allerlei kwaaltjes: het stappen ging moeilijker, artrosepijn hier en daar, je hoorde niet goed meer en je kon bijna niets meer zien, maar innerlijk zag je des te meer. Iemand zei vóór we op bedevaart vertrokken: “We gaan bidden dat vader Bernard weer mag zien!” Nu is het gebed verhoord. Je mag nu ten volle zien in de heerlijkheid van God in de hemel.

Nu moeten we zonder jou verder en dit zal niet zo gemakkelijk zijn. Maar we zullen het doen in het volle vertrouwen dat je ons nu vanuit de hemel verder zult leiden.

Vader Bernard,
DANK JE WEL en tot ziens in “het woud van de Liefde” !!!